Waarom willen actoren in Nederland en Duitsland overheidsinterventie tegen 'Big Brother' of juist niet?


Essay, 2000

20 Seiten, Note: 7,5 von max 10


Leseprobe


Inleiding

Ik zal me met dit werkstuk voor het vak bestuurskunde in het nieuwe en omstreden televisieprogramma ‘Big Brother’ verdiepen, dat in 1999 het eerst in Nederland en vervolgens in 2000 onder meer in Duitsland uitgezonden werd.

Het nieuwe televisieprogramma Big Brother was van begin af aan omstreden bij een veeltal actoren uit de omgeving van het beleid - en de beleidsactoren zelf - in beide landen. Volgens de regels zijn in deze ‘reality soap’ mensen rond honderd dagen onder bewaking van microfonen en camera’s in een van de buitenwereld afgeschermd huis opgesloten, waarbij door de bewoners en het publiek regelmatig iemand gekozen wordt om het huis te verlaten. De overblijvende winnaar krijgt een aanzienlijk geldprijs en heeft uitzicht op een verdergaande (media) carrière. De deelnemers zijn afhankelijk van de onderlinge sympathie en de sympathie van het publiek en hebben door de overal aanwezige camera’s en microfonen geen privésfeer.

Dit werkstuk kan als een soort advies dienen, gericht aan de ministers voor Binnenlandse Zaken in Nederland en Duitsland, aangaande het volgende bestuurlijk probleem:

Dit soort entertainment levert de vraag op of de overheid genoodzaakt is restrictief in de media in te grijpen om de privé-sfeer en de menselijke waardigheid van het individu , waarden die in de Grondwet van beide landen gewaarborgd zijn, te beschermen. Verder was men bij de discussie in Nederland gewaarschuwd door het negatieve voorbeeld in een vergelijkbaar programma uit Zweden, waarbij een deelnemer zelfmoord pleegde. De overheden in Nederland en de Bondsrepubliek hebben tot hun taak de bevolking te beschermen maar moeten ook de vrijheid van de media respecteren, zodat een besluit in het programma te interveniëren of niet ten aanzien van deze tegenstelling moeilijk valt.

De discussie levert veel vragen op:

1. Waarom wil men overheidsinterventie in Duitsland en Nederland of juist niet?
2. Was de interveniërende maatregel van de overheid in Duitsland een beperking van de vrijheid van de media?
3. Met welke argumenten wordt overheidsinterventie bepleit?
4. Raakt dit programma daadwerkelijk de menselijke waardigheid?
5. Zijn de gevolgen voor de deelnemers juist in te schatten?
6. Welke ‘follow-up’ programma’s zijn voorspelbaar als de overheid Big Brother tolereert?
7. Zijn er verschillen bij de houdingen van de overheid tegenover Big Brother in Nederland en Duitsland?
8. Wanneer komt het debat van de ‘tabloids’ naar de ‘quality papers’?

Een verbod zal enerzijds zeker de vrijheid van de media raken en daarmee naast de media ook tot verzet van burgers tegen de overheid leiden. Anderzijds kan het tolereren van Big Brother een mediaspiraal opleveren, waarbij de follow-up programma’s ethisch nog minder aanvaardbaar kunnen zijn.

Deze vragen worden van diverse actoren uit Nederland en Duitsland verschillend beantwoord. In de Bondsrepubliek zien politieke partijen zoals de CDU Big Brother als een dieptepunt van de commerciële televisie en vrezen cultuurverlies. Een politiek figuur als bondspresident Johannes Rau is van mening dat hierbij de grens van privé-sfeer overschreden wordt[1]. De sterkste tegendruk kwam van de Landesmedienanstalten[2] die poogden Big Brother te verbieden omdat het tezeer in de privésfeer zou inbreken. Omroep RTL 2 vocht voor een behoud van de serie met gelijkblijvende voorwaarden en ‘spelregels’.

In Nederland waarschuwde het Nederlandse Instituut van Psychologen voor negatieve gevolgen voor de deelnemers, met name voor ‘post-traumatische stress’. De culturele elite sprak in Nederland, en later ook in de Bondsrepubliek, van een vrees van het monopolie op de verbeelding van de werkelijkheid te verliezen. De burgers, d.w.z. de deelnemers en het kijkende publiek, trokken zich echter in beide landen weinig aan van deze kritiek en maakten het programma tot een groot succes.

In dit werkstuk zal voor mij de vraag centraal staan waarom actoren in Nederland en Duitsland overheidsinterventie willen of juist niet. Naast het advies aan de betrokken ministers biedt dit werkstuk de mogelijkheid inhoud en verloop van de debatten in beide landen te vergelijken.

Naast literatuur over het verschijnsel zijn het vooral krantenartikelen uit Nederlandse en Duitse kranten en (online) tijdschriften de belangrijkste bronnen voor dit werkstuk.

1.De positie van de Christlich Demokratische Union Deutschlands (CDU)

Een belangrijke actor op het politiek toneel in de Bondsrepubliek is de christendemocratische volkspartij CDU. Van het anti-Big Brother protest van alle politieke partijen in de Bondsrepubliek was dat van de CDU het grootst.Ministerpresident van deelstaat Rheinland-Pfalz, Kurt Beck (CDU) ziet de menselijke waardigheid geschonden en pleit voor een uitzendverbod. In zijn hoedanigheid als voorzitter van de Rundfunkkommission der Länder- Regierungschefs[3] schreef hij een brief aan de verantwoordelijke Hessische Landesmedienanstalt. Hierin meent Beck dat het beginsel der menselijke waardigheid van het Rundfunkstaatsvertrag[4] geschonden is. Hij wijst erop, dat hij ervan uitgaat dat de Landesmedienanstalt zijn controlerende taak tegenover de commerciële omroep zal vervullen. Bovendien kan men volgens Beck niet langer het dalen van normen en waarden in de maatschappij bekritiseren zonder actief in te grijpen. In zijn woorden mag “de jacht naar de kijkcijfers niet iedere flauwekul toelaten”.

Volgens Beck moet niet iedere idioterie uit het buitenland met hoge kijkcijfers in Duitsland nagedaan worden[5]

Ook de interim-fractievoorzitter der CDU/CSU in de Bundestag[6] Maria Böhme eist een uitzendverbod. Voor de professor in de pedagogie is de zending een nieuwe dieptepunt in de Duitse commerciële televisie. “In dit soort basisdemocratie op laag nivieau gaat het om het uitzetten van burgers via plebisciet”, zegt zij.[7]

Achter de argumenten van deze twee belangrijke CDU-leiders kunnen representatief conservatieve werelbeelden herkend worden die voor de hele partij als waarden gelden. Vooral de conservatieve, christelijke partijen zien zichzelf als bewakers van de maatschappelijke waarden. Het geldend recht op privesfeer en menselijke waardigheid wil men met een defensieve houding waarborgen.

Als belangrijke politieke partij heeft de CDU tevens grote invloed op de maatschappelijke beeldvorming bij burgers en bestuurlijke organen, niet alleen omdat zij in de na-oorlogse Bondsrepubliek de partij is die het langt heeft geregeerd, maar ook omdat zij met haar konservatieve wereldbeeld een grondhouding van vele burgers weerspiegelt.

De eis van deze actor Big Brother te verbieden, betekent voor de gehele overheid een serieus te nemen eis.

2. De positie van Bondspresident Johannes Rau

Kritiek op het nieuwe televisieprogramma kwam ook van de hoogste politieke figuur in de Bondsrepubliek, bondspresident Johannes Rau van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands (SPD).

Volgens hem wordt met Big Brother een grens overtreden, en wel die van het recht op de bescherming van de privésfeer en intimiteit. Hij zegt diepbedroefd te worden als de media met de verlokking van veel geld mensen ertoe brengt schijnbaar vrijwillig hun vrijheid op te geven. Het hoort volgens hem bij de waarde van de persoon dat ze een kern heeft die onveranderbaar is. Privéleven en openbaarheid gaan nu in ongekende mate in elkaar over en Rau waarschuwt voor de paradox dat het vrijwillig meedoen de persoonlijke vrijheid bedreigt. “Zo kan men zien”, zegt Rau, “dat blijkbaar de waarde van vrijheid minder hoog ingeschat wordt dan andere waarden. Het ergste is daarbij dat dit verlies van vrijheid en waardigheid en persoonlijk intimiteit niet als verlies beschouwd wordt. De belangrijkste voorwaarde voor vrijheid is echter dat men de waarde ervan herkent en men het echt wil.” Hij herinnert verder aan de twaalf boerenartikelen van Memmingen uit het jaar 1525 waar al vrijheid en menselijke waardigheid geeist werden.[8]

Men ziet bij Johannes Rau duidelijk bezwaar vanuit een moralistische achtergrond tegen de serie Big Brother met het oog op de teloorgang van de algemene waardering van vrijheid in ruil voor materiële goederen. Op subtiele manier waarschuwt hij daarmee voor negatieve politieke consequenties bij dit soort verschuiving van waarden. Bovendien beroept hij zich op de traditie van vrijheid die vele slachtoffers in de geschiedenis hebben afgedwongen.

Als Bondspresident heeft Rau vooral representatieve taken. Hij is niet bevoegd inspraak bij het te voeren beleid te doen maar kan wel een appel aan de bevolking richten , wat hij in dit geval ook heeft gedaan. Hij fungeert zo als het ‘geweten’ van de Duitse natie zonder echte eigen machtinstrumenten. Zijn invloed op het bestuur is daarmee alleen tot advies beperkt.

[...]


[1] Der Spiegel Online, http://www.spiegel.de/panorama/0,1518,73951,00.html (10.3.2000)

[2] Vergelijkbaar met het Nederlandse Commissariaat voor de Media

[3] In het Nederlands “omroepcomissie der regeringsleiders”

[4] Rundfunkstaatsvertrag (31 aug 1991): wet, van kracht sinds 1 januari 1992, die een basisregulering verzorgt voor de publieke en commerciële omroep in een duaal systeem in de deelstaten van het verenigde Duitsland. Deze wet is vooral bij de commerciële omroep vanwege restrictieve regulering zeer onpopulair en uit deze hoek wordt regelmatig om afschaffing gevraagd.

[5] Der Spiegel Online, http://www.spiegel.de/panorama/0,1518,60879,00.html (23.1.2000)

[6] De Bundestag is het Duitse parlement

[7] Panorama-Spiegel Online, http://www.spiegel.de/panorama/0,1518,73951,00.html (23.4.2000)

[8] Der Spiegel Online, http://www.spiegel.de/kultur/gesellschaft/0,1518,68678,00.html (10.3.2000)

Ende der Leseprobe aus 20 Seiten

Details

Titel
Waarom willen actoren in Nederland en Duitsland overheidsinterventie tegen 'Big Brother' of juist niet?
Hochschule
Universiteit van Amsterdam  (FMG)
Note
7,5 von max 10
Autor
Jahr
2000
Seiten
20
Katalognummer
V18765
ISBN (eBook)
9783638230339
Dateigröße
514 KB
Sprache
Niederländisch
Anmerkungen
Das Papier untersucht die Rolle der verschiedenen gesellschaftlichen Aktoren hinsichtlich der Frage von Regierungsintervention bei Big Brother in den Niederlanden und Deutschland.
Schlagworte
Waarom, Nederland, Duitsland, Brother
Arbeit zitieren
Lutz Lindenau (Autor:in), 2000, Waarom willen actoren in Nederland en Duitsland overheidsinterventie tegen 'Big Brother' of juist niet?, München, GRIN Verlag, https://www.grin.com/document/18765

Kommentare

  • Noch keine Kommentare.
Blick ins Buch
Titel: Waarom willen actoren in Nederland en Duitsland overheidsinterventie tegen 'Big Brother' of juist niet?



Ihre Arbeit hochladen

Ihre Hausarbeit / Abschlussarbeit:

- Publikation als eBook und Buch
- Hohes Honorar auf die Verkäufe
- Für Sie komplett kostenlos – mit ISBN
- Es dauert nur 5 Minuten
- Jede Arbeit findet Leser

Kostenlos Autor werden